Skip to main content

Sinds september woon ik met mijn vriendin in Linköping, Zweden. Een stadje vergelijkbaar met Delft of Tilburg qua omvang, technici en maakindustrie. Vlakbij Stockholm zeg ik inmiddels, voor Zweedse begrippen dan: het is ongeveer 200 kilometer rijden, dezelfde afstand als Amsterdam-Maastricht.

Mooi aan emigreren is het beleven van een ander ‘normaal’. Wat een normale afstand is, maar ook wat betreft milieu en ‘duurzaamheid’. Hieronder mijn eerste verwonderingen en inzichten op het thema: Gedrag.

1. Respect voor natuur

Zweedse kinderen krijgen al vroeg respect voor de natuur bijgebracht. En het IVN lijkt hier wel ingebakken. Vogelhuisjes maken, de basis van spoorzoeken en overleven in de natuur (geen overbodige luxe): het hoort er allemaal bij. Wellicht heeft dit een oorsprong in het Allemansrecht; het recht om op zowel publieke als privé grond te verblijven, mits je geen schade toebrengt en het achterlaat zoals je het gevonden hebt. Kanttekening: een docent vertelde me dat de huidige generatie jongeren de digitale wereld vaak verkiest boven een bosrijke omgeving.

2. Afval scheiden

In Nederland zetten we op elk postzegelperkje prullenbakken neer. Uiteraard klagen we als ergens geen prullenbakken staan, of gooien het afval op de grond. Nee, jij niet natuurlijk, maar het bewijs dát het gebeurt ligt op straat. Zweden gaan ervan uit dat je je afval zelf mee naar huis neemt. Dan kun je het namelijk ook direct in de juiste afvalstroom plaatsen.

We scheiden in onze stad: 1) organisch 2) plastic 3) metaal 4) glas gekleurd 5) glas ongekleurd 6) batterijen 7) gloeilampen 8) verfresten 9) verpakkingskarton 10) kranten en tijdschriften én 11) ‘overig’ papier. Twee soorten papier inderdaad. Irritant? Ja, maar vooral de eerste weken. Logisch? Eigenlijk wel. De bakken staan naast elkaar dus zodra je je routine eenmaal hebt, valt het reuze mee. Gevolg is dat in Zweden 86% van plastic en blik gerecycled wordt en 61% van verpakkingsmateriaal. 54% van organisch afval wordt omgezet in energie.

3. Kringloopwinkels

In Nederland vond ik die winkels vaak net niks en kwam er bijna nooit. In Zweden kun je op vrijwel elk boerenerf tweedehands spulletjes kopen: ‘Loppis’. Maar er zijn ook keurig nette winkels, die strenge kwaliteitscontroles toepassen én goed etaleren. Leuk om rond te neuzen, goed voor het milieu en spotgoedkoop. En jawel, veel Zweden zien het juist als een fashion statement als meubels of kleding uit de kringloop komen. De productie van spullen die je nieuw koopt, heeft waarschijnlijk meer impact op het milieu dan je dagelijkse energieverbruik. Toegegeven, in Nederland hebben we ook kringloopwinkels en Marktplaats, en in Amsterdam zet je overbodige spullen aan de straat voor de gelukkige vinder, maar werkt dat bij jou in de buurt ook zo?

Energietransitie

Wat de energietransitie betreft valt op dat Zweden in een spagaat zit. Het land heeft in 2009 een doel van 49% hernieuwbare elektriciteitsproductie gesteld voor 2020, en dat doel al behaald in 2014. In 2021 was het totaal aan hernieuwbare energie al meer dan 45 procent. Als je kernenergie meerekent zelfs 72%. Kijken we enkel naar elektriciteitsverbruik dan komt het land zelfs op 90% CO2-vrije productie. Deze voorsprong zorgt er echter ook voor dat nieuwe investeringen en beleid haperen. Het brave Zweden is erg op veiligheid gericht, en na een aantal schietpartijen, is klimaat bij de vorige

verkiezingen net wat minder belangrijk gebleken. Sinds 1986 had het land een Minister van Klimaat, maar sinds de nieuwe regering in 2022 aantrad, is die er niet meer.

Wat de toekomst brengt voor duurzame energie- en mobiliteit, en wat beide landen van elkaar kunnen leren ga ik de komende tijd verder uitdiepen. Het resultaat kun je hier binnenkort lezen.

Deze blog is geschreven door Allard Haarman