Skip to main content

Rotte kiezen in opgeknapt gebit

In veel wijken worden vervallen sociale huurwoningen verduurzaamd. Zo ook bij mij in de buurt. Een paar honderd huizen krijgen een nieuw dak: met mooie glimmende dakpannen op een flinke laag isolatiemateriaal. Ook de puien krijgen een complete make-over. Ze worden voorzien van strakke kozijnen met goed isolerend glas. En de spouwen worden extra geïsoleerd. De wijk knapt zienderogen op. Maar niet helemaal.

Rotte kiezen
Tussen de prachtig opgeknapte huizen staan panden met verweerde dakpannen die niet aansluiten op de hogere daken eromheen. In de versleten kozijnen zit vaak nog enkel glas. Deze woningen staan als rottende kiezen tussen rijen met blinkende tanden. Ze zijn in één klap lelijk, oncomfortabel en onzuinig geworden. De bewoners balen dat de huizen van hun buren moderner en mooier zijn geworden dan hun eigen onderkomen.

Hoe heeft het zo ver kunnen komen? Woningbouwverenigingen verkopen een deel van de woningvoorraad aan hun huurders. Meer dan honderdduizend woningen zijn zo de afgelopen tien jaar van eigenaar gewisseld. In 2020 ging het om achttienduizend huizen. Zo is de situatie ontstaan dat in een straat vol met huurwoningen, een paar woningen particulier eigendom zijn. Gespikkeld bezit heet dat in vakjargon. Met de verkoop van huurwoningen maken verhuurders geld vrij om hun woningvoorraad te verbeteren of uit te breiden. En de huurder krijgt voor een schappelijk bedrag een eigen woning. Kortom, een win-win situatie. Zo lijkt het. Tot de woningbouwvereniging een paar jaar later alle woningen in de buurt opknapt, behalve de verkochte woningen.

Geen geld
Navraag leert dat de huizenbezitters wel een aanbod is gedaan om mee te doen. Maar dat bleek voor de meesten een brug te ver: ze hadden het huis zelf al (deels) opgeknapt en ze hebben hun spaargeld in de hypotheek gestoken. Anderen wilden dolgraag meedoen, maar kregen op geen enkele manier het geld bij elkaar. Banken en de gemeente gaven niet thuis. Zeker niet als iemand schulden had.

Toch is dit vreemd, want door de verbouwing kunnen de bewoners wel duizend euro per jaar op hun energierekening besparen. Met het geld dat ze uitsparen kunnen ze In een lening van 25.000 euro in dertig jaar terugbetalen, inclusief rente. Dat dit niet gebeurt is een gemiste kans. Zowel voor de woningbouwvereniging als voor de woningeigenaren. En ook voor de betrokken gemeente.

Help voormalige huurders
De komende jaren krijgen gemeenten honderden miljoenen van het Rijk voor de energietransitie. Mijn advies: ga direct aan de slag met de eigenaren van voormalige huurwoningen. Overtuig ze om mee te doen met de verduurzaming van hun wijk. En richt desnoods een fonds op dat mensen met een smalle beurs het benodigde geld kan voorschieten met langlopende leningen, die terugbetaald kunnen worden met de uitgespaarde energiekosten. Zo voorkomen we dat er tussen de opgeknapte woningen huizen als rotte kiezen staan. En waarvan de eigenaren zich waarschijnlijk elke dag voor hun kop slaan dat ze ooit het huis hebben gekocht.

Deze blog is geschreven door Erik van Stokkom (communicatieadviseur en gedragswetenschapper bij Ekiep).