Skip to main content

Ik (Ekieper Allard) woon inmiddels een ruim half jaar in Linköping, Zweden, en regelmatig vragen mensen mij naar verschillen en overeenkomsten met Nederland. Daarom ben ik deze blog-reeks begonnen over opvallende zaken en met een schuin oog gerelateerd aan de energietransitie. Deze keer over (duurzame) mobiliteit. Zowel Zweden als Nederland zijn koplopers op het gebied van duurzaam transport, maar er zijn genoeg verschillen. Zo is Zweden bijna elf keer groter, kent uiteraard meer hoogteverschillen en heeft meer sneeuw en ijs in de winters. Dit heeft zo zijn gevolgen…

Het mysterie van de lopende fietsers

In Zweden zie ik regelmatig mensen lopen met de fiets aan de hand. In Nederland een duidelijk teken dat de band lek is, waarom zou je anders lopen? Ik kijk naar de band en als die lek is, bied ik hulp aan. Maar hier is de band van de lopende fietser nooit lek. Mijn nieuwe landgenoten lopen omdat… Ja, waarom eigenlijk? Ik dacht in de winter dat het voor de veiligheid was, omdat het glad kon zijn. Maar boven de 10 graden wordt er nog steeds regelmatig gewandeld met de fiets aan de hand. Intussen heb ik de voorzitter van de Europese fietsersbond én diverse Zweden bevraagd over dit fenomeen, met als resultaat: ‘ja dat is voor mij ook een mysterie!’, en ‘ja dit fenomeen bestaat ook in Denemarken’. Er worden ook andere verklaringen gegeven, zoals veiligheid en verantwoordelijkheid: het fietspad wordt hier vaak gedeeld met het voetpad, en als het druk is, is het wel netjes om af te stappen. Netjes en voorkomend fietsen, en dat past perfect bij de cultuur hier. Wellicht een aandachtspuntje voor (vooral) de Amsterdamse fietsers onder ons?

Kijken we verder, dan zijn er verschillen tussen de twee landen in de populariteit van fietsen en de prioriteit van fietsen in de voorzieningen. Nederland is natuurlijk fietsland nummer 1. Fietsen is al decennialang een belangrijk onderdeel van het dagelijkse leven. In een stad als Amsterdam wordt meer dan de helft van alle verplaatsingen met de fiets gemaakt. Infrastructuur en beleid zijn dan ook volledig afgestemd op deze manier van transport.

Hoewel de stad waar ik nu woon dé fietsstad van Zweden is, ligt het fietsgebruik hier toch een stuk lager. Onder andere door het heuvelachtig terrein en de grotere afstanden. Fietspaden in Zweden zijn ook niet zo goed ontwikkeld als in Nederland. Dit leidt soms tot onveilige situaties: paden houden spontaan op bij bushokjes, er zijn irritante kinderkopjes, gatenkaasasfalt of je moet simpelweg het ‘fietspad’ dus delen met voetgangers of auto’s. Daar staat tegenover dat automobilisten ruim baan geven aan fietsers. Ze rijden rustig minutenlang met een slakkengangetje achter je aan. De maximum snelheid varieert overigens tussen de 30-40 km/u in de binnenstad. Zweden is bezig met een inhaalslag, gestimuleerd door de elektrische fiets en in grote steden: de deelfiets. Speed-pedelecs zijn vooralsnog nergens te bekennen.

Rendierkuddes, dagelijks vliegen én sterke industrie

Zowel Zweden als Nederland heeft een goed ontwikkeld openbaar vervoersysteem, met treinen, bussen en trams die regelmatig en betrouwbaar rijden. Net als in Nederland worden bussen in rap tempo geëlektrificeerd. Wat opvalt is dat het vliegtuig, als we dat als openbaar vervoer mogen beschouwen, voor sommigen ook een dagelijks vervoermiddel is. Vooral van en naar het hoge noorden pendelen sommige forenzen heen- en weer met het vliegtuig. Ook zijn er rendierkuddes die vanuit helikopters worden ‘gehoed’ door de Sami, een bevolkingsgroep in noord Zweden.

Omdat vliegen in zo’n uitgestrekt land voor sommigen dagelijkse kost is, wordt er hard gewerkt aan elektrisch vliegen. Zweden is moederland van Heart Aerospace, dat testvluchten met een 19-persoons, volledig elektrisch vliegtuig gepland heeft voor volgend jaar. En het is natuurlijk de bakermat van Northvolt, dat accupakketten produceert die o.a. in deze vliegtuigen gebruikt kunnen worden, of in Volvo’s, Scania’s trucks of Polestars. Zweden heeft dus sterke kaarten voor de elektrificatie van mobiliteit.

Elektrisch rijden

Door de jaren heen zijn in Zweden en Nederland diverse incentives voor elektrisch rijden ingevoerd, zoals belastingvoordelen en het uitrollen van laadinfrastructuur. Even wat cijfers: Nederland heeft een wagenpark van zo’n 8,8 miljoen personenauto’s, 20% groter dan dat van Zweden. Ook rijden er in Nederland meer EV’s: 316.000 volledig elektrische personenauto’s tegen 220.600 in Zweden. Bij hybride auto’s is dat andersom: 254.154 voor Zweden tegen 183.315 in Nederland. Percentueel zijn de verschillen klein: 4 procent van alle auto’s in Nederland is volledig elektrisch tegenover 3 procent in Zweden. Zweden heeft relatief meer hybrides: 4 tegenover 2 procent.

Met de laadinfrastructuur is Nederland de absolute koploper: er zijn bijna 107 duizend publieke laadpunten (daarbij tellen we laadpunten op opritten en bedrijventerreinen nog niet eens mee), en ruim 3 duizend snelle laadpunten. In Zweden is dit respectievelijk 17,7 duizend en 2,6 duizend. Hierbij is het wel goed om te bedenken dat in Zweden waarschijnlijk meer mensen een eigen oprit hebben, waardoor publieke infrastructuur voor de deur minder hard nodig is. Overigens is mij verteld dat de gemiddelde woning hier een vrij beperkte netaansluiting heeft, dus er is een flinke aanpassing nodig voor een laadpaal thuis.

Verder hebben heel veel appartementen en flats in Zweden een parkeergarage onder het gebouw, waarvan de laadpunten waarschijnlijk niet tot publieke laadpunten gerekend worden. Hoe veel van deze parkeergarages er zijn heb ik niet kunnen vinden, maar interessant is wel dat veel van deze ‘garages’ eigenlijk schuilkelders zijn. Er zijn er volgens het verantwoordelijke agentschap zo’n 64.000, met plaats voor zeven miljoen mensen. Geeft toch een veilig idee, en in ieder geval is onze auto beschermd tegen de winterse omstandigheden.

Naast stimuleren van elektrisch rijden heeft Zweden een concreter beleid voor duurzame brandstoffen, zoals HVO100 en ethanol. Er is een duidelijke roadmap tot en met 2030 voor de bijmengpercentages. Het lijkt mij waarschijnlijk dat deze er ook voor Nederland is, maar ik heb er geen kunnen vinden.

Conclusie

Wat kunnen we nou van elkaar leren? Nederland is in ieder geval koploper op het gebied van (laad)infrastructuur. Als ‘immigrant’ waardeer ik de kwaliteit en afscheiding van fietspaden in Nederland steeds meer, en de hoeveelheid laadpunten per vierkante meter eveneens. Zweden kent flinke extra uitdagingen door het klimaat en de geografie, maar heeft daardoor flink op biobrandstof ingezet en kan zomaar wereldwijd koploper worden wat betreft elektrisch vliegen. Het woord flygskam (vliegschaamte) is niet voor niets hier uitgevonden. Dat wijst meteen op een cultureel aspect dat ik mijn Nederlandse vrienden graag meegeef: de Zweden zijn punctueel maar haasten zich vrijwel niet in het verkeer. Ze houden zich aan de snelheid, rijden rustig minuten lang 20 achter een fietser, en geven elkaar ruim baan. Dat kennen we ook anders.

Kortom: Wees blij met de fantastische Nederlandse infrastructuur en doe eens lief tegen je medeweggebruikers, rij op z’n Zweeds. Of ga gewoon lopen, desnoods met je fiets aan de hand.

Deze blog is geschreven door Allard Haarman